Als ik mijn vrienden vraag naar hun oudste autoherinneringen, of het ontstaan van hun passie voor auto’s en motoren, is het antwoord vaak hetzelfde: dat is begonnen bij mijn vader. Gelukkig maar. Zonder mensen, zonder verhalen, zonder de avonturen die ermee zijn beleefd, hebben auto’s geen ziel.
Jaguars en Alfa Romeo’s
Ook bij ons thuis gaat die autogekte al een paar generaties terug. Mijn vader groeide op in de jaren ’50 en ’60, in een tijd dat iconische auto’s op de markt verschenen. De daily drivers van mijn grootouders werden later gewilde klassiekers: Jaguars, Alfa Romeo’s, Citroëns. De oldtimers, of eigenlijk youngtimers waar mijn grootvader en zijn autovrienden in die tijd mee rondreden waren uiteraard van voor de oorlog. In de schuur van ons vakantiehuis in Zuid-Limburg stond een Ford V8 uit 1934, waarin hij mijn vader leerde autorijden in de bossen achter het huis. Maar zijn grote liefde was Bugatti.
Onlangs vond ik op zolder een oude koffer met fotoalbums die hij decennia geleden moet hebben gevuld, zelfs nog voordat hij in 1966 eindelijk aan de restauratie van zijn eigen Bugatti begon. Ze geven een prachtig beeld van zijn leven op wielen.
Een prachtig beeld van zijn leven op wielen
Het bijvullen van de radiator (foto hierboven) op een warme zomerdag is een sociaal evenement dat je in deze tijd jammer genoeg niet meer in het wild tegenkomt. Bonuspunten voor de stijlvolle kledingkeuze. Ik ging als klein jongetje al mee naar rally’s van de Bugatti Club Nederland en ik kan me niet herinneren dat ik mijn grootvader (midden) ooit zonder pak achter het stuur heb zien zitten.
Le Mans
Deze foto is genomen in de buurt van Le Mans, vlakbij het circuit waar al sinds 1923 de 24 Uur van Le Mans wordt gereden. De Bugatti Type 44/49 (links) en de Type 57 waren zelfs in die tijd al een bezienswaardigheid voor de plaatselijke jeugd – al blijkt uit de foto dat de jongens duidelijk meer interesse tonen dan de meisjes. Een oud Castrol-bord maakt de sfeer compleet.
Franse vrouwen
De mannen rusten even uit op een terras in Le Mans, ergens in de late jaren ’50 of vroege jaren ’60. Ik vind alles aan deze foto even geweldig. De zonnebrillen die ze dragen, de hoeden en pijpen (we hebben meer hoeden en pijpen nodig!), hoe ze daar op een rij zitten met hun rug tegen de muur, zodat ze de mooie Franse vrouwen een beetje in de gaten konden houden. En dat de foto in kleur is gemaakt, waardoor de scène ook in 2019 nog heel dichtbij lijkt, ook al zette de fotograaf de tijd meer dan zestig jaar geleden stil. Maar het mooist vind ik de manier waarop mijn grootvader – tweede van links – daar ontspannen een sigaret rookt in een wit shirt met zwarte das, waarbij zijn profiel geen toevallige gelijkenis vertoont met ondergetekende.
We hebben meer hoeden en pijpen nodig
Op de foto boven dit bericht laat een vader laat zijn zoon zien hoe het moet. Wat zou ik graag terugreizen naar 1970 om ze samen te zien wegrijden. Vijfentwintig jaar later zou ik zelf op de bijrijdersstoel plaatsnemen, terwijl mijn vader me vanachter het stuur uitlegde hoe je de hendels van de ontsteking en het handgas bedient. In een andere stad overigens, en in een andere Bugatti. Maar daar vertel ik jullie een andere keer over.
Praat mee