Na zijn eerste Renault 11 was Robert verkocht. Zijn zoektocht naar de eenhoorn – een originele eerste generatie Renault 11 Turbo – leidde uiteindelijk tot een veel spannender plan: een zelfgebouwde Group A-replica.
De eerste keer dat Robert Visser in aanraking kwam met de auto van zijn dromen was dat eigenlijk noodgedwongen. Hij had net zijn rijbewijs gehaald en vader Harry zag de bui al hangen; om te voorkomen dat hij zijn eigen auto steeds zou moeten afstaan, kocht Harry er een oude Renault 11 bij.
Robert was meteen gek op de auto en omdat hij in die tijd bij een automaterialenzaak werkte, werd er van hem verwacht dat hij het onderhoud aan zijn auto gewoon zelf zou doen. Maar dat het zó uit de hand zou lopen, hadden zijn collega’s vast ook niet verwacht. Al snel ging hij op zoek naar het topmodel van de 11, de turbo. En die kwam er ook. Meerdere zelfs. Robert had zijn wielen gevonden, zoveel is duidelijk.
“Niemand had verwacht dat het zó uit de hand zou lopen”
Ondertussen was zijn vader via via in het bezit gekomen van een snaarstrakke Renault 11 Broadway van de eerste generatie, oftewel het model met de vier koplampen. Wat hij niet wist is dat Robert in die auto toen al de perfecte basis zag voor een replica van de Renault 11 Turbo Group-A rallyauto, waarmee rallycoureurs Alain Oreille en Jean Ragnotti destijds mooie resultaten behaalden op de Europese tour. Met enige ironie moest Harry constateren dat zijn zoon het opnieuw op zijn auto gemunt had; iets waar die eerste Renault 11 juist een einde aan had moeten maken.
Maar omdat Roberts pogingen een originele eerste generatie Turbo te vinden op niks uitliepen en Harry ook wel benieuwd was of het Robert zou lukken deze doodgewone Elf zonder turbomotor te veranderen in een bloeddorstig rallymonster, ging hij overstag.
“Het samen sleutelen valt niet in geld uit te drukken”
Samen gaan ze op zoek naar een turbomotor en talloze andere turbo-onderdelen, die uit heel Europa hun weg naar Joure vinden. De inspiratie voor de livery, oftewel het bestickerde uiterlijk van de auto, vinden ze in oude foto’s, YouTube-video’s en vergeelde krantenartikelen. Het op de millimeter nabootsten van het origineel is overigens geen goedkope exercitie, maar daar staat tegenover dat het samen sleutelen een bonus is die niet in geld valt uit te drukken.
Langzaam nadert het project z’n voltooiing. Met de installatie van een rolkooi is de Turbo klaar voor het echte werk en als finishing touch worden de sponsors van weleer op de auto aangebracht. Het lijkt me veilig om te stellen dat dit de laatste keer is dat de naam Philips op een ‘nieuwe’ Renault 11 verschijnt.
En dan is het zover. De (waarschijnlijk enige Nederlandse) Renault 11 Turbo Group-A rijdt, fluit, stuurt en glijdt zoals-ie dat deed in de beruchte jaren ’80. Nu rest er nog maar één vraag: wie van de twee neemt ‘m mee naar huis?
Fotografie: Jorn Veerbeek
Praat mee